Dental Care For Homeless People heet haar stichting. Het doel: tandheelkundige zorg voor mensen die daar geen geld of goede verzekering voor hebben. Ze krijgt dak- en thuislozen, verslaafden en mensen zonder verblijfsvergunning in haar stoel. Maar ook mensen in financiële nood. Haar werk als straattandarts is bittere noodzaak, zo blijkt als Didi Landman op haar computer een serie foto’s laat zien van gebitten in erbarmelijke staat.
Didi werkt in een groepspraktijk in Hillegersberg maar elke donderdagmiddag is ze te vinden in het Erasmus MC, waar ze bij Tandartsenpraktijk 010 mensen in financiële nood helpt. Ze doet het voor nop. Uit liefde voor haar vak, maar bovenal om mensen een tweede kans te geven in het leven met een nieuwe glimlach. Want ze weet het zeker: “Een goed gebit is je eerste stap naar succes in onze maatschappij. Dat kan ik hen geven en dat is heel dankbaar werk. Maar ik kan dit alleen doen dankzij giften die ik krijg. En dankzij Volkskracht, mijn grootste financiële steun. Want ook al betaal ik mezelf niet uit en neem ik vrij van mijn eigen praktijk om deze mensen te helpen, ik heb wel hoge kosten. Ik moet mijn assistenten en alle materiaal betalen. Een behandeling kost gemiddeld tussen de 1500 en 2000 euro; zo slecht zijn al die gebitten die ik onder ogen krijg.
De meeste zijn niet te redden. Ik ben vooral bezig met tanden en kiezen trekken, plaatjes maken en protheses aanmeten. Ik doe de voorkant altijd als laatste, want dat is het meest gezichtsbepalend. Als ik daarmee begin, zie ik sommige patiënten niet meer terug voor de rest van hun behandeling. Eerst alles eruit halen wat ziek is, dan de kiezen vernieuwen en daarna de voortanden. En dan stappen ze met een stralende lach uit mijn stoel.”
Didi is geboren in Zuid-Afrika. Ze studeerde tandheelkunde op de Universiteit van Stellenbosch. Daar kwam ze in aanraking met het vrijwilligerswerk dat ze in Nederland voortgezet heeft. “Het vak heette gemeenschapskunde en het idee was dat wij studenten het land in trokken om mensen te helpen die geen toegang hadden tot tandheelkundige zorg. We gingen met de trein en met de bus en stopten in the middle of nowhere. We hadden een uitklapbare stoel en verder niets. Onze materialen konden we niet steriliseren dus we maakten ze zo goed en zo kwaad als het ging schoon. Het verhaal dat we er waren, ging als een lopend vuur en van alle kanten kwamen er mensen aan om geholpen te worden. Ik herinner me dat we ook toen veel kiezen trokken, maar bijvoorbeeld ook kinderen met gaatjes die we hielpen met vullingen die fluoride afscheidden om tandrot te stoppen. Ik heb nog een foto waarop je mij ziet, terwijl ik een kies trek bij iemand. Op de achtergrond loopt een ezel voorbij in het stoffige landschap. Ik vond het heel bijzonder dat we deze hulp konden bieden, en dat alles georganiseerd door mijn universiteit.”
Toen ze naar Nederland kwam, schrok ze zich rot. Een rijk land maar toch zoveel mensen die geen toegang hebben tot goede zorg. Sinds tandzorg in 2006 uit het basispakket verdween, zijn er in ons land bijna anderhalf miljoen mensen die nooit meer naar de tandarts gaan. “Terwijl een goed gebit zo belangrijk is. Ik had eens een stoere man in mijn praktijk die voor de spiegel stond en begon te huilen toen hij de nieuwe voortand zag die ik hem aangemeten had. Niemand mag verstoken blijven van deze vorm van zorg.”
Daarom stak Didi haar vinger op toen de enige Rotterdamse straattandarts, de heer Rooijakkers, met pensioen ging. “Ik heb in Afrika al ervaren hoe belangrijk een goed gebit is voor de eigenwaarde van mensen. Deze zorg is echt noodzakelijk. Ik deed het eerst vanuit mijn eigen praktijk maar na een paar incidenten ben ik terechtgekomen in het Erasmus MC. Ik draaide daar al af en toe spoeddiensten en vond daar de bewaking die nodig is om dit werk te doen.”
Dat klinkt heftig, maar is wel verklaarbaar bagatelliseert ze haar eigen opmerking: “Ik zie patiënten die op straat leven, verslaafd zijn, leiden aan psychische stoornissen als schizofrenie. Sommigen zijn wat onberekenbaar soms. Ik heb patiënten gehad die door het lint gingen omdat er voor een behandeling meerdere afspraken nodig waren. Ik krijg veel mensen die boos zijn. Op de regering die niet voor hen zorgt, op de samenleving die ze in de steek laat, op mensen door wie ze genegeerd worden op straat. Maar ik heb net zo goed mensen die zomaar niet op komen dagen omdat het mooi weer is, of omdat het regent. Of om weet ik wat voor reden. Dat is moeilijk vol te houden tussen je eigen patiënten in je eigen praktijk. Ook voor hun rust en veiligheid is het goed dat ik ergens anders werk als ik het werk van straattandarts doe.”
Haar stichting is klein maar Didi is ermee in staat heel veel mensen te helpen. Aanmeldingen komen in principe binnen via het Centrum voor Dienstverlening van de gemeente: “De begeleiders weten me allemaal te vinden. Ik krijg gemiddeld vier nieuwe patiënten per week binnen. Maar ook via Facebook weten mensen me te vinden. Ik kan de aanmeldingen niet aan maar ik kan ook niet vaker werken als straattandarts; dat kan ik financieel niet bolwerken.”
Er zijn op dit moment geen andere tandartsen die mee willen draaien. “Omdat het werk zo zwaar is”, denkt Didi. “Je moet er wel tegen kunnen. Aan het eind van die donderdagmiddag ben ik kapot. Zowel fysiek als mentaal. Ik hoor de vreselijkste verhalen en die kan ik niet loslaten. Zoals het verhaal van een Somalische vluchteling die zijn hele leven quad gekauwd heeft en geen tand meer in zijn mond had. Een patiënt die langskomt omdat zijn prothese niet zo lekker meer zit en als ik dan kijk blijkt die in vijf stukken gebroken te zijn. De jongeman die uit huis geplaatst was, zonder werk kwam te zitten en niet meer rondkwam. Ik moest al zijn tanden en kiezen trekken en een prothese maken. Maar hij reageerde slecht op de narcose. Zijn gezicht was helemaal opgezwollen en hij moest drie maanden op het kunstgebit wachten. Het meisje zonder geld dat door een Red Bull-verslaving een mond vol rotte tanden had en al vijf jaar niet meer zonder pijn kon eten. Maar ook de eigenaar van een zaak die failliet ging, zijn huwelijk stuk zag gaan en hij aan de drank was geraakt. Wat ik elke donderdag merk: hoe dun de lijn is tussen wel of niet in de problemen raken. Het kan ons allemaal overkomen als de bal voor jou net de verkeerde kant op valt. Die mensen kunnen helpen, houdt mij op de been.”
Om iedereen goed te kúnnen helpen, heeft Didi continuïteit nodig. Vaste bijdragen aan haar stichting zodat ze zeker weet wat ze kan doen in een jaar. “Het is lastig plannen als ik niet zeker weet hoeveel behandelingen we kunnen uitvoeren. Maar alle beetjes helpen, hoor. Zo krijg ik nu bijvoorbeeld steun in de vorm van tandenborstels en tandpasta, die ik mee kan geven aan patiënten. En ja, dat is nodig. Ik zie soms tandenborstels, daar durf ik de vloer nog niet mee schoon te maken. Zo vies en verweerd. Ik zag patiënten soms na een paar jaar opnieuw en dan is alles weer kapot. Dan is iets kleins als een tandenborstel en tandpasta krijgen al een groot gebaar.”
(Dit artikel is verschenen in het jaarverslag van de stichting Bevordering van Volkskracht 2021-2022, foto Marieke Odekerken)