Verbeten beuken!

Drie mannen. Drie instrumenten. Het klinkt karig, maar met deze basale uitrusting weet De Wet diepe indruk te maken. Edmond Bravenboer, Rogier Groen en Melvin Hage spelen hard, snel en pakkend. Met hun tomeloze energie bestormen ze de lokale (Johan Derksen op Radio Rijnmond) en nationale (Arrow) radiostations, de kleinere podia en regionale festivals. Maar daarmee is de kous niet af. Wie deze Rotterdamse rocksensatie live ziet, voelt dat ze het ver kunnen schoppen. Op stap dus met de beesten van De Wet. (foto: Rick Arnold)

11:30 (I’l est cinq heures, Paris s’éveille)

Daar sta je dan. Voor een gesloten deur want rockers hebben natuurlijk een broertje dood aan op tijd komen. Afleiding is er niet. De normaal levendige Middellandstraat is verlaten. Aan het eind van deze Pinsterzondag ontwaakt de stad uit haar sluimer; dat gelukzalige moment waarop je als inwoner even eigenaar bent van Rotterdam.

Na twintig minuten komt Melvin Hage in een smetteloos wit overhemd met lichtblauwe chino bermuda de hoek om zeilen. Hij opent de studio boven de Bas van der Heijden: een lage ruimte met blauw en rood linoleum op de grond. In de verre hoek een zwart drumstel op een podium, daarachter graffiti uit de tijd dat dit hol nog jongerensoos was. Zwevende metrostellen en huizen onder een vurig geelrode lucht alsof de Apocalyps zojuist is afgekondigd.

De bandleden ontwaken verder met koffie, zo sterk dat je haren uitvallen. De studio is geboortegrond van ep Beg for More. De ruimte is eigenhandig opgebouwd en aangekleed met comfortabele blauwe hangbank, een koelkast vol bier en een filterkoffiemachientje. De ep is even eigenhandig vastgelegd als de studio is opgebouwd. De Wet houdt haar zaakjes in eigen hand. ‘Zo kunnen we zelf ons eigen verhaal vertellen’, licht Melvin desgevraagd toe. ‘Wie kan onze passie beter overbrengen dan wijzelf? Bij een agency ben je een naam in de kaartenbak. En: op deze manier hebben we ook in de hand met wie we samenwerken. De basisregel is: we moeten je aardig vinden, anders werken we niet samen. Zo doen we nooit iets tegen onze zin. We zien dat dit ook zijn vruchten afwerpt binnen de band. We zijn een hecht groepje vrienden, verbonden door onze passie voor muziek maken.’

Ze hebben een plan voor twee jaar. ‘Daaraan hebben we ons alle drie gecommitteerd’, vertelt Edmond terwijl hij zijn koffie door een mok laat rollen. ‘We weten wat we willen, hoe we dat aanpakken en waar we het van betalen. Dat geeft focus en het werkt. We hebben alle doelen al bereikt. Een eigen studio bouwen, een ep in eigen beheer uitbrengen, de radio halen en spelen op een klein festival. Inmiddels hebben we een aardige speellijst en daardoor komen steeds meer optredens bij.’ Het maakt de weg vrij voor nieuwe stippen op de horizon: een nieuwe plaat opnemen, het podium van een groter festival beklimmen. En natuurlijk landelijke bekendheid.

12:50 (Key to the highway)

In stilte zijn de spullen ingeladen in een Volkswagen T1 uit 1961. In dit blauwwitte wagentje, dat ze van autodealer Van Beijnum mochten lenen, rijden de heren in stijl naar Gorinchem. Vandaag staat Waterpoort Festival op het programma. Het is een krappe bedoening in de hysterisch hete oldtimer; de boomlange mannen zitten met hun hoofden tegen het dak. Na een paar kilometer wordt getankt. Rogier: ‘Voor de zekerheid. Deze busjes hebben geen benzinemeter en ik heb geen idee hoeveel hij verbruikt.’

Het motortje spint als een bejaarde kat wanneer De Wet met een trage 80 per uur in de richting van de voormalige vestingstad tuft. In de nauwe straatjes van Gorinchem is het voor even 1961 als op de klanken van oude held Jacques Dutronc blikkig geclaxonneerd wordt naar dames in korte rokjes die een verlegen lachje onderdrukken.

Edmond, Rogier en Melvin zijn als het groepje tieners dat aan hun ouders’ aandacht ontsnapt en keet schopt. En onderweg per ongeluk een bandje begint. Edmond: ‘We kennen elkaar uit een coverband. Zo eentje waar de meeste muzikanten nooit op tijd komen. We zaten met zijn drieën op een terras te klagen. Biertje erbij. Als grap zeiden we: kunnen we niet beter als trio doorgaan? Aan het eind van de avond was De Wet geboren.’ Rogier: ‘Een coverbandje, tot Edmond voorzichtig opperde dat hij eigen nummers geschreven had. We hebben hem uitgelachen, maar toen we zijn werk hoorden, waren we om.’

Bij eigen werk past eigen geluid. Melvin: ‘Rauw en ruw met invloeden uit de jaren zestig en zeventig. Daarin doen wij geen concessies. Wij geloven in wat we doen en je boekt ons om wat we doen.’ Of dit de sleutel tot succes is, hun Key to the highway zoals Derek & The Dominos zongen, weten ze niet. ‘Maar zo weten we in ieder geval zeker dat wij plezier houden in ons bandje en dat we nooit iets tegen onze zin spelen.’

14:00 (Welcome to the machine)

De kade van de Boven Merwede buiten de Waterpoort is een open grasvlakte die op deze zinderende dag overbevolkt is met in de zon bradende mensen, kefhondjes die door het dolle heen rondsjezen en een enkele fietser met een voorliefde voor hartinfarcten. Een klein gebied rond een blauwe circustent is afgezet. Hierbinnen speelt zich het vierdaagse bluesfestival af waar De Wet acte de présence mag geven.

Als de bus uitgeruimd is, begint het lange wachten tot het optreden. Rockers blijken ook veel te vroeg te kunnen zijn. Loopt Edmond in gedachten verzonken te ijsberen over het terrein, Rogier strekt zich uit op de achterbank van de T1, de benen buiten het busje. Melvin stapt met een vette hamburger de tent in om de overbekende bluesrifs te horen. Zoals Rogier nuchter opmerkte: ‘Blues is altijd dezelfde twaalf akkoorden. In Gorkum krijg je voor tien euro dus twaalf akkoorden. En ons.’ De gezichten staan wat strakker nu. De geintjes van onderweg drogen op. De show nadert. En ondanks hun verschillende voorbereiding, transformeren de mannen in een uur tijd tot één. Eén band waarin de individuen niet langer dominant zijn.

15:15 (Steamroller Blues)

Om kwart over drie scherp breekt de hel los in de broeierige feesttent. Zoals Elvis Presley zong in zijn James Taylor-cover Steamroller Blues: ‘I’m a steamroller baby, I’m bound to roll all over you.’ Achterin de zaal knikt een langharige jongen tevreden mee, zijn olijk meedeinende gilet hangt vol badges van hardrock bands (wie stond toe dat deze modemisser geherintroduceerd werd?). Een man op leeftijd wipt gezellig op en neer in zijn versierde scootmobiel. Maar voor het overgrote deel is het publiek toch vooral overdonderd door deze muur van geluid.

Hecht samenspelend, verbeten beukend op hun instrumenten, gunt de band het publiek geen moment rust. Edmonds speaker zoemt gruizig terwijl hij snel een andere gitaar omhangt. Uit deze grommende storm klinken de eerste tonen van hitsingle Beg for More. Een meisje schudt haar blonde lokken in het rond, de ogen extatisch gesloten. Ze lijkt niet te beseffen dat Edmond zingt ervan te houden als ze om meer smeekt. De zanger vreet de microfoon op als hij haar beveelt te dansen. Dance, baby! Dance now!

 16:00 (Homeward bound)

Drie blije gezichten: het ging lekker. Het publiek is tevreden, links en rechts zijn er schouderklopjes. Voldaan kruipen de drie lange lijzen het busje in. Melodieus en klein zingen Simon & Garfunkel dat ze gelukkig zijn terug naar huis te keren. Het lijkt tegenstrijdig aan het podiumgeweld van zojuist. Dat is het gek genoeg niet. Edmond: ‘Evenals onze helden spelen we klein. Technisch spelen is knap maar saai. Simpel is vaak de beste oplossing voor een lekker nummer dat mensen graag horen. Zoals onze helden, proberen ook wij klein te spelen. Onze set van vandaag is ontdaan van alle zelfbevlekkende moeilijkheid. Het was geen blues, maar de mensen in de tent hebben zich uitstekend vermaakt. Daar gaat het om.’

Het Rotterdamse De Wet heeft wortels in de gruizige jam-rock van Derek & The Dominos, de swing van Elvis Presley, de psychedelica van Pink Floyd en de virtuositeit van chansonniers als Trini Lopez, Jacques Dutronc en Simon & Garfunkel. Dit allegaartje aan tegenstrijdigheden lijdt tot een eigenzinnig geluid: rauw en hard, maar ook melodieus, ongecompliceerd en recht uit het hart.

De Wet is opgericht in 2012 en bestaat uit Edmond Bravenboer (gitaar en vocals), Rogier Groen (bas) en Melvin Hage (drums). Ep Beg for More werd in mei dit jaar gelanceerd in luxe sekshuis The Whites en is beschikbaar via iTunes en Spotify en bij Velvet Music op de Oude Binnenweg.

(publicatie: Gers! magazine – 2014)